Politieke Besluitvorming
2013-2014
- Een minister wil een organisatie oprichten die geestelijke gezondheidszorg voorziet. Hoe kan hij dit aanpakken en welke implicaties heeft dat?-Je moet er 3 geven. Omschrijven + de gevolgen geven voor de minister qua controleinstrumenten en sturingsmogelijkheden.
- Hoe zou zou je die organisaties kunnen reguleren worden? Geef de mogelijke alternatieven,bespreek en som enkele voor- en nadelen op.
- Geef 3 kenmerken van het NPM die een kritiek waren op de bureaucratietheorie van Weber. + Welke problemen zouden kunnen ontstaan bij die kenmerken van het NPM? (output-model/efficiëntie&effectiviteit/meer autonomie voor managers/zuinigheid/…)
- Je krijgt een krantenartikel en je moet zaken aanduiden die voorkwamen in de lessen/het handboek. Ging over een energiecoöperatieve in Gent.(Civiele burgerparticipatie, draagvlak & democratische legitimiteit enzo..)
- Waarom kunnen gemeentebesturen zaken beter inrichten zoals zwembaden, culturele centra, …?
- Concepten: Liberalisering, Tolgoederen, Administrative state, Beambtenherrschaft, Budgetmaximalisatie, Public service
Multiple choice: 1. Welk statuut heeft de VRT? 2. Welke statuut heeft de UGent? 3. Welke 2 termen horen bij ‘Staat’? 4. Wat hield bestuurskunde in tijdens de periode van ‘Nachtwakerstaat’? 5. Bij wat hoort ‘logic of appropriateness’? 6. Wat hoort bij Civiele Burgerparticipatie?